Totaal aantal pageviews

woensdag 23 september 2020

Bouwen voor de Zorg?

Het gebeurde nauwelijks acht meter van me vandaan. Ik zat op een soort terras voor de ingang van het restaurant van het nieuwe deel van het Amphia ziekenhuis. 

Een vrouw die een van de Amphia rolstoelen voort duwde stond even stil. Ze stond te hijgen. In de rolstoel zat een man, mogelijk haar echtgenoot. Hij wachtte rustig af. Na ongeveer een minuut was de vrouw voldoende op adem gekomen om de rolstoel verder te duwen. Ik volgde het paar met de ogen. Een meter of twintig verder stond de vrouw opnieuw stil. Nu stond de man op uit de rolstoel en de vrouw ging erin zitten. De man duwde vervolgens de stoel verder naar de uitgang. Het was een situatie om even over na te denken. Blijkbaar had het paar gezamenlijk een rolstoel in gebruik genomen en was nu handig genoeg om om de beurt te duwen. 

Het vestigde de aandacht op de afstanden die in het nieuwe Amphia moeten worden afgelegd om vanaf de ingang naar de verschillende zorgafdelingen te komen. Bij een bezoekje aan mijn vrouw die voor onderzoek op een van die afdelingen bleek dat mijn wandeling vanaf die afdeling terug naar de parkeergarage omstreeks 7 minuten kostte. Zeven minuten lopen is voor mij naar schatting ca. 500 meter. Zoals bekend is de stad Breda geen wereldstad en als men met de Grote of Onze Lieve Vrouwenkerk een cirkel tekent met een straal van 500 meter, heeft men binnen die cirkel het hele gebied binnen de singels. Of anders gezegd als men vanaf het Van Coothplein 500 meter loopt dan is men ook bij de Grote Kerk. 

Voor wie wordt eigenlijk zo'n ziekenhuis gebouwd? 

Ik kan me de volgende groepen gebruikers voorstellen. 

a. de patiënten, dat is wellicht de belangrijkste groep, want alles speelt zich af rond die patiënten. De patiënten komen in het ziekenhuis, voor onderzoek, voor behandeling, voor controle en voor zorg. Dat kan een eenmalig bezoek zijn of een serie van bezoeken, waarvoor de patiënten de afstanden in het ziekenhuis moeten afleggen of ook wel voor een langdurig bezoek met verpleging. De patiënten die moeten blijven hebben de beschikking over een eenpersoonskamer, waarvan de grootte kan concurreren met die van een woonkamer in een woningwetwoning uit de jaren zestig (toen bedoeld voor een gezin). Sommige opvattingen zijn in zestig jaar veranderd zeker rond de zorg voor patiënten. Grote kamers leiden tot lange gangen en die zijn voor iedereen van belang.  

b. de bezoekers; veel patiënten komen niet alleen maar hebben een begeleider die dan later vaak nog op bezoek komt. Of wat ook kan de patiënt moet enige tijd in het ziekenhuis verblijven en hij of zij krijgt bezoek. Zo kwam een van de leden van het bridgegroepje van mijn vrouw in het ziekenhuis terecht en de overige leden van de groep besloten haar te bezoeken. De overige leden dat waren mijn vrouw die zou rijden en de twee anderen die ouder waren dan 88 en van wie er een een rollator nodig had om zich voort te bewegen. Gelet op de afstand van de parkeergarage tot aan de ingang van het ziekenhuis besloot het groepje gebruik te maken van het pendelbusje van de garage naar de ingang. Er was slechts één probleem: voor de dame met de rollator was de instap in het busje te hoog. 'Mevrouw.' zei de chauffeur, ik zou u wel willen helpen, maar ik mag u geen kontje meer geven want dat wordt gezien als grensoverschrijdende intimiteit.' ! Het team slaagde er ondanks deze beperking in de dame in kwestie in de pendelbus te krijgen die het gezelschap voor de ingang afzette. De rollator werd weer uitgeladen en eenmaal binnen werd deze bezoekster in een Amphia elektrisch voertuig gezet. De andere twee zochten lopend hun weg naar de ziekenkamer. Na het bezoek hetzelfde proces in omgekeerde richting. Het bridgeteam zag er maar van af van een tweede bezoek te organiseren. 

c. het zorgpersoneel: artsen, specialisten, verzorgers, ..., mensen die gedurende die zich in het ziekenhuis in de passende zorgkleding steken en van patiënt naar patiënt en van afdeling lopen. Terwijl ik op dat terrasje voor het restaurant zat te wachten, zag ik een groot aantal zorgverleners voorbij komen. Hun aantal was niet veel minder groot dan dat van de bezoekers. Of leek dat maar zo omdat mijn aandacht was getrokken voor het fenomeen. 

d. het onderhoudspersoneel dat met desinfectiemiddelen voortdurend deurkrukken te desinfecteren (maar goed, dit is coronatijd. In de tijd die ik al wachtend moest doorbrengen zag ik zo nu en dan een monteur op een soort rijdende plank voorbij komen. 

Het lijkt me dat geen van deze groepen is gebaat bij grote loopafstanden, de eerste groep niet omdat deze mensen niet voor niets patiënt zijn, de tweede niet omdat daarbij veel mensen zijn zoals het paar in de eerst alinea voor wie de jeugd al enige tijd gelden gepasseerd is en de twee laatste groepen niet omdat voor hun beroep lange afstanden lopen niet wordt gerekend tot productieve tijd. Het zou de moeite waard zijn om eens uit te rekenen hoeveel kilometers het zorgpersoneel moet lopen op een gewone reguliere werkdag.  

Het is duidelijk dat ieder gebouw en zeker een ziekenhuis qua omvang en inrichting een aantal compromissen moet sluiten, maar welke?

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten